Onvergetelijke en waardevolle ervaring in Zambia
In augustus 2019 hebben wij met ons gezin en Wim Wilpshaar het project van ProjectsNow bezocht in Bbakasa en Namoomba in Zambia. Het was voor ons een unieke ervaring om van dichtbij getuige te mogen zijn van het leven dat de mensen hier leiden en wat ProjectsNow hieraan bijdraagt.
Doel van onze reis was enerzijds om te zien wat ProjectsNow allemaal heeft bereikt de afgelopen jaren en anderzijds om zelf met ons gezin te ervaren hoe anders het leven is in Afrika is en hoe mensen daar leven van bijna niets.
Nadat we twee dagen hebben geslapen bij de supergastvrije Andy Anderson, die ProjectsNow vanuit Lusaka, Zambia ondersteunt logeerden we een week in Tamarind camp, vlak bij de twee dorpjes. In Tamarind aangekomen stapten we in een compleet andere wereld. Een wereld zonder elektriciteit, stromend water, verwarming, telefoon en internet. Een wereld waar voedsel schaars is en de basisvoorzieningen al helemaal niet standaard zijn. Heel veel kinderen zonder schoenen, veel te weinig eten en bijna geen mogelijkheden om zich te ontwikkelen.
ProjectsNow heeft de afgelopen jaren met veel toewijding en passie gewerkt aan het bouwen van een school, zodat een grote groep kinderen hier onderwijs kan krijgen. Ze zorgen ervoor dat leraren huisvesting hebben, waardoor ze er kunnen wonen en worden betaald door de overheid om les te geven. Bovendien verstrekt de overheid Engelstalige studiematerialen. Door de extra klaslokalen en lerarenwoningen kunnen meer dan 250 leerlingen er onderwijs volgen. Een kliniek om eerste basisgezondheidshulp te bieden, voorlichting, tandartsbezoeken en om vrouwen te begeleiden bij een geboorte.
Praktische vaardigheden worden geleerd aan volwassenen zoals metselen, timmeren en naaien. Er is geïnvesteerd in pompen voor watervoorzieningen en windmolens en er worden microkredieten verleend om kleine bedrijfjes te kunnen starten of het bestaande werk uit te breiden. Daardoor kunnen meer bewoners uiteindelijk zelfvoorzienend worden en hoeven ze minder afhankelijk te zijn van vrijgevige donateurs. Echter hier is nog een lange weg te bewandelen.
We hebben gesproken met het hoofd van de school en andere voor het dorp belangrijke mensen die dankbaar vertelden en lieten zien hoe ProjectsNow elk jaar weer geld doneert om de kinderen de mogelijkheid te geven naar school te gaan, een vak te leren of echt te werken. Daardoor hebben ze meer toekomstperspectief om iets op te kunnen bouwen. Zo wordt er werk gecreëerd om zelf huisjes te bouwen of voedsel te verbouwen. De mensen wonen hier in kleine lemen hutjes en moeten elke dag kilometers ver lopen op hun blote voeten om in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Een hele kleine groep inwoners had wel werk op uren reizen van het dorp en konden zo hun familie ondersteunen.
Zonder ProjectsNow zou dit een van de vele ongeziene dorpjes zijn met duizenden inwoners waar niemand naar omkijkt. Waar mensen urenlang moeten lopen op zoek naar voedsel of voedselbronnen en waar onderwijs, hygiëne en kennis schaars zijn. Gelukkig biedt ProjectsNow deze twee dorpjes veel ondersteuning, zodat er voor deze 3000 mensen nog hoop is.
We waren diep onder de indruk van iedereen die zich hiervoor heeft ingezet en dat nog steeds doet. Dit kan alleen met heel veel toewijding, geduld en doorzettingsvermogen, met kennis & respect van en voor het land, de cultuur, de regio en het onderhouden van de juiste contacten.
Doordat het project zo kleinschalig is weet je zeker dat elke cent 100% oprecht besteed wordt aan onderwijs, veiligheid en gezondheid. Het maakt voor deze duizenden mensen echt een heel groot verschil.
Donateurs blijven in de toekomt broodnodig voor ondersteuning van alle lopende en toekomstige projecten van ProjectsNow! Er valt nog zoveel werk te verzetten en te bereiken. Elk jaar worden er meer klaslokalen gebouwd, zodat meer kinderen naar school kunnen en de mogelijkheid krijgen om hun armoede te ontvluchten met alle risico’s die een kwetsbaar kind met zich meebrengt in dit gedeelte van de wereld.
Dank je Wim voor deze onvergetelijke, waardevolle en intense ervaring dat je ons en onze kinderen hebt meegenomen om een kijkje te nemen in dit dorp en jullie fantastische project. Ga alsjeblieft zo door! Wij gaan ons best doen om ons steentje bij te blijven dragen en hopen dat andere mensen met ons meedoen.
Jeroen en Mariska Velthuyse
Het verhaal van Kaj, Bente, Pepeyn en Roemer Velthuyse.
Zambia augustus 2019
Eindelijk, daar gingen we dan, het vliegtuig in samen met onze ouders naar Zambia. We vlogen naar Lusaka. Wim haalde ons op van het vliegveld. We logeerden de eerste twee dagen bij Andy Anderson, waar we ons konden voorbereiden op ons vertrek naar de dorpjes Bbakasa en Namoomba die door ProjectNow worden gesteund. Twee hele leuke dagen waar we de lieve gastvrije familie van Andy hebben leren kennen. Daarna vertrokken we met Wim en onze familie naar het dorpje waar we een week zouden gaan helpen. Verwachtingen hadden we eigenlijk niet echt. We hadden geen idee waar we zouden slapen, hoe het dorpje eruit zou zien en wat we daar zouden aantreffen.
We moesten in ieder geval voor een week lang eten en drinken kopen voor in het kamp waar wij sliepen. Daar waren natuurlijk geen winkels. Op weg naar het dorpje zag je heel veel jonge kinderen die houtskool probeerden te verkopen. Ze stonden daar direct langs een gevaarlijke weg. En dan is de week nog maar net begonnen. We kwamen in de avond aan bij het kamp. Het kamp ligt ietsje verder dan het dorp. Er was geen elektriciteit dus er was nog niet veel te zien. Wel een bordje naast ons hutje met; don ’t feed the hippo’s and beware of crocodiles. Whaaa spannend! We sliepen in kleine gezellige huisjes met een groter huis waar we konden ontbijten, avondeten en chillen.
De eerste nacht hoorde je de geluiden van de nijlpaarden in het water. Het leek net alsof ze maar op een meter afstand waren. Dat was natuurlijk even iets heel anders dan we ooit hadden meegemaakt. De volgende ochtend met daglicht zag je ons kamp echt goed. Het zag er super goed en verzorgd uit. Even snel douchen in koud water (werd je wel goed wakker van).
We gingen ontbijten en vervolgens met de twee auto’s naar het dorpje toe om te kijken waaraan we mee gaan helpen. We zouden namelijk helpen om een groot hek te bouwen om het ziekenhuis heen, zodat de geiten niet al het groen zouden opeten waardoor er schaduw kon blijven voor de kliniek in het dorp. Het was een heel kleine kliniek, met misschien maar twee kamertjes en minimale apparatuur. Wel erg confronterend om te zien. Dan denk je wel bij jezelf: wat ben ik blij dat ik in Nederland ben geboren waar schone, hygiënische mooie ziekenhuizen zijn.
Wim en mijn ouders waren in gesprek met de artsen daar en wij gingen even een rondje maken. We zagen daar vlak bij het ziekenhuis 20 kleine kindjes zitten in een rij. We gingen proberen contact met ze te maken, Engels konden ze nog niet spreken maar ze waren helemaal niet verlegen en kwamen vrolijk naar ons toe. Zo ontzettend lief. Een van de kinderen had een kleine zelfgemaakte bal en we gingen naar een soort voetbalveldje. Eigenlijk gewoon een grote open vlakte vol grote keien en zand. We dachten: huh die kinderen lopen allemaal gewoon op hun blote voeten maar rennen door het dolle heen over het veld. Auw!!
Wel ontzettend leuk om te zien hoe enthousiast en blij ze allemaal waren. Alle meisjes kwamen steeds naar Bente toe om haar hand vast te houden. Op een gegeven moment liep ze wel met vijftien kleine meisjes, hand in hand. Zo lief! Veel kindjes op blote voeten en sommige met maar 1 schoen. Echt bizar. We werden er eigenlijk best een beetje verdrietig van. De hele dag dachten we: en wij maar klagen in Nederland over het weer bijvoorbeeld en dat we mooie kleren willen hebben.
We zijn daarna terug naar het kamp gegaan en hebben zelf gekookt. Al het eten dat we hebben ingekocht voor de hele week werd bewaard in twee oude vrieskisten met een heel groot blok ijs. Er is natuurlijk geen elektriciteit dus ook geen koelkast. Nadat we onze ervaringen van de dag hadden besproken zijn we vroeg gaan slapen.
De volgende dag zijn we opnieuw naar de plek gegaan waar we de dag daarvoor waren. We zouden helpen aan het bouwen van het hek, maar dat hebben we uiteindelijk niet meer gedaan. De mensen die daar wonen wilden heel graag zelf aan het werk. Ze verdienen daar een klein beetje geld mee. Als wij dan met zijn zessen zouden gaan helpen dan hadden zij dus minder werk te doen en konden dus minder geld verdienen. We hebben daarom ook het werk aan hen overgelaten.
We zijn vervolgens naar een ander dorpje daar in de buurt gegaan waar we naar een kleuterschool en groep 1 en 2 gingen kijken. Alle kinderen waren zo enthousiast als je daar aan kwam rijden. De helft had een schooluniformpje aan. We gingen naar binnen, 1 kleine ruimte met een paar tafels en wat stoelen en een groot schoolbord. Daar zaten dan ongeveer 50 kinderen heel dicht op elkaar om te leren. Niet te vergelijken met de scholen waar wij in Nederland in zitten. Maar de kinderen waren zo blij om je te zien. We hebben met ze gespeeld en spulletjes uitgedeeld die we hadden meegenomen uit Nederland.
De volgende dag zijn we naar de lagere school gegaan. Dit was een wat grotere, georganiseerde school met meer lokalen. Hier zaten veel meer kinderen op. Dit waren ook wel wat oudere kinderen in de leeftijd van 8-14 jaar. De schoollokalen zagen er wel wat beter uit en er waren iets meer materialen om les te geven. Ook hadden ze een kleine bibliotheek met wat Engelse boeken die gedoneerd waren aan de school.
Wij hadden uit Nederland meer dan 60 hockeysticks en ballen meegenomen. We zouden de kinderen daar onder andere hockeyles geven. Ze hadden daar natuurlijk nog nooit van gehoord en dus nog nooit gedaan. Ze vonden het allemaal geweldig en ze waren ook nog eens echt super goed. Dat konden wij echt niet toen we voor het eerst gingen hockeyen. De kinderen waren allemaal super enthousiast en het was een groot succes om dat met ze te doen. En weer allemaal gewoon zonder schoenen of andere bescherming renden ze keihard over het gravelveld vol met scherpe stenen en keien. We hebben natuurlijk alle hockeysticks en ballen (en scheenbeschermers en bitjes) daar gelaten, zodat zij nog vaker dat konden spelen met elkaar. We hadden ook heel veel schoenen, speelgoed, boeken, pennen, stiften, voetbalshirtjes, voetballen en speelgoed meegenomen die we daar in de school hebben achtergelaten.
De kinderen die het voorrecht hebben om naar deze school te mogen moeten vaak twee uur of langer heen lopen, in het pikkedonker op hun blote voeten. En dan ’s middags dus ook weer terug. Zo veel momenten hebben we gedacht: en wij maar zeiken dat je naar school moet of een te lange dag op school hebt! Wat een verschil, echt iets om even goed bij stil te staan.
De dag erna was er een voetbaltoernooi georganiseerd voor de ouderen. We hadden hiervoor ook allemaal tenues voor teams meegenomen vanuit Nederland. We mochten meedoen met het voetbaltoernooi. Echt super leuk! Heel veel mensen kwamen om te kijken, sommigen hadden zelfs uren gelopen om hier naartoe te komen.
De laatste dag gingen we weer kijken bij het ziekenhuis en het hek was inmiddels ook af. Het zag er top uit! ’s Avonds in het kamp zaten we na het eten nog even bij het kampvuur toen we werden verrast door allemaal kinderen uit het dorp die voor ons een dansvoorstelling kwamen doen met trommel livemuziek. Echt super lief en heel leuk.
Inmiddels kwam het einde in zicht. Wat we eerlijk gezegd ergens ook wel fijn vonden. Het was zo ontzettend confronterend en heftig dat we bemerkten dat we er eigenlijk ook wel een beetje verdrietig van werden. Maar zeker een ervaring om nooit meer te vergeten. Echt nooit! Wij vonden het een hele bijzondere week en het heeft ons een hele andere kijk op de wereld gegeven. Dank je wel Wim! Je was een topreisleider!
Kaj, Bente, Pepeyn en Roemer Velthuyse